Sensorische informatieverwerking betekent dat informatie via de zintuigen bij de hersenen binnenkomt en dan wordt gesorteerd.
De hersenen gaan de prikkels verwerken en beoordelen of er een reactie nodig is op de prikkel.
Prikkels komen binnen → gefilterd/geordend → prioriteit wordt bepaald → reactie
Door middel van prikkels ervaar je de wereld om je heen.
Als prikkels goed gefilterd en geordend worden en ze de juiste prioriteit krijgen bij de prikkelpoort, kun je je goed focussen op de dingen die belangrijk zijn. Onbelangrijke informatie wordt gefilterd en krijgt een lage prioriteit, waardoor je je hier niet meer bewust van bent. Zo kun je bijvoorbeeld tijdens de uitleg van de juf de informatie goed tot je nemen en ben je je niet meer bewust van het puntje van je neus, het labeltje in je trui en het tikken van een pen.
Bij prikkelgevoelige kinderen is dit vaak niet het geval. Prikkels worden niet goed gesorteerd en gefilterd. Er worden te weinig of teveel prikkels doorgestuurd naar de hersenen, wat het kind kan belemmeren in zijn/haar functioneren. We spreken dan over onder- of overprikkeling.
Het is belangrijk dat je over- en onderprikkeling leert herkennen, zodat je het kind op de juiste manier kunt helpen.
Overprikkeling
Alle prikkels, komen even hard binnen en allen worden bestempeld als ZEER BELANGRIJK. Er wordt niet goed gesorteerd in het limbisch systeem. Alles komt tegelijk binnen en kan daardoor niet meer goed verwerkt worden.
Er ontstaat een file van prikkels, wat zich uit in STRESS.
Het is van belang om de eerste signalen van overprikkeling te herkennen. Hoe eerder je ontspanning inzet, des te sneller je weer rustig bent. Dit kan onder andere zijn met klei spelen, kleuren, wandelen in de natuur of in bad gaan.
Lana (7 jaar) is vanmiddag in de binnenspeeltuin geweest en vond het heel leuk. Er waren wel veel geluiden en er was veel te zien. Als Lana thuiskomt duwt ze haar broer opzij als hij te dicht bij haar in de buurt komt. Als haar moeder er iets van zegt, ontploft Lana. Ze gooit de prullenbak omver, slaat alles van de keukentafel af en rent naar buiten. Daar gilt ze heel hard en stampt op de grond. Even later kruipt ze onder de tuintafel en huilt zacht.
Lana kan niet meer nadenken en er worden geen handige oplossingen meer gevonden. Haar cognitieve brein is uitgeschakeld. De automatische hersenen nemen het over. Je gaat dan vechten, vluchten of bevriezen. Lana reageert vanuit een reflex. De ontlading bij Lana uit zich in een woede-uitbarsting en in vluchtgedrag.
Onderprikkeling
De prikkels worden bij onderprikkeling bestempeld als onbelangrijk.
Hierdoor worden er te weinig belangrijke prikkels doorgelaten, waardoor er géén of te weinig signalen worden doorgegeven aan het lichaam om in actie te komen.
Bij onderprikkeling is het helpend om iets in te zetten wat het lichaam weer activeert.
Even bewegen, friemelen met een tangle, stampen op de grond of een zware tas dragen bijvoorbeeld.
Thomas (8 jaar) zit in de klas. Zijn juf legt de bus-sommen uit. Thomas vindt het erg moeilijk en snapt er niks van. Zijn gedachten dwalen af, hij denkt aan zijn vakantie in Zeeland. Thomas hangt in zijn stoel, met zijn hoofd leunt hij op zijn handen. De juf vraagt of iedereen zijn etui en werkboek op tafel wil leggen. Thomas staart nog steeds voor zich uit en heeft niet in de gaten wat de juf gevraagd heeft.
De informatie van de juf komt niet binnen bij Thomas. De filter houdt de prikkels tegen, omdat ze worden beoordeeld als onbelangrijk. Hierdoor wordt er geen signaal afgegeven aan de hersenen, waardoor er ook geen reactie volgt.