Hooggevoelige/ Hoogsensitieve kinderen, gebruiken hun hele lichaam om de wereld te ervaren. Zij nemen prikkels uit hun omgeving en in zichzelf sterker waar, ze ervaren diepgaand en met emotie. Zo komt Tijl bijvoorbeeld erg verdrietig uit school, omdat de leerkracht heeft gemopperd in de klas op een ander kind. De sfeer in de klas, de gezichtsuitdrukking en het stemgeluid, hebben een diepe indruk op hem gemaakt.
Hooggevoelige kinderen hebben vaak moeite met het reguleren van hun emoties en zijn sneller overprikkeld, dit komt omdat prikkels op een andere manier verwerkt worden. Prikkels komen harder, dieper, sneller en op meerdere plekken tegelijk binnen in de hersenen.
Ieder kind ontwikkelt zijn eigen strategie om met deze grote hoeveelheden prikkels om te gaan. Het ene kind doet dit over het algemeen door prikkels te vermijden en het andere kind zoekt liever prikkels op. Uiteraard kan een kind dat prikkels opzoekt, ook prikkels vermijden en omgekeerd.
Ieder kind is immers UNIEK!
Prikkelzoekende kinderen:
- Aandacht is vaak naar buiten gericht
- Hebben veel energie
- Laten regelmatig druk en impulsief gedrag zien
- Gaan veel praten of onrustig bewegen
- Moeite met structureren
- Stappen makkelijk op nieuwe situaties of mensen af
- Zijn snel overprikkeld en even zo snel verveeld
- Houden niet van ‘moeten’
Deze kinderen hebben uitdaging en prikkels nodig om zich levendig en goed te voelen.
Ondanks dat ze veel energie hebben, kunnen ze toch opgebrand raken als ze steeds maar prikkels blijven opzoeken. Ze zijn zich minder bewust van wat ze voelen in hun lijf, waardoor ze hun grens niet goed aanvoelen.
Als deze kinderen overprikkeld raken, uit zich dat meestal in woede-uitbarstingen of tegendraads gedrag
Prikkelmijdende kinderen:
- Aandacht is vaak naar binnen gericht
- Zijn snel moe
- Vaak rustige kinderen, vallen niet op
- Huilen sneller
- Klachten als buikpijn en hoofdpijn
- Kunnen moeilijk met kritiek omgaan
- Voelen zich snel geplaagd door andere kinderen
- Zijn voorzichtig of gaan nieuwe situaties uit de weg
Deze kinderen zijn gesteld op een rustig en regelmatig leven zonder sensatie.
Ze zijn zich bewust van wat ze in hun lijf voelen en zijn vaak verfijnd gevoelig. Ze vinden bijvoorbeeld de gymzaal stinken, hebben last van het felle licht, de naadjes in hun kleren kriebelen en/of ze zijn kieskeurig met eten. Daarnaast zijn ze vaak angstig en houden ze niet van drukke en wilde spelletjes.
Als deze kinderen overprikkeld raken, uit zich dat overwegend in een huilbui of zich terugtrekken.